Term
| Wat betekent standaardisatie? |
|
Definition
| Dat de onderzochten in maximaal gelijke omstandigheden worden getest en dat de proefleider zich tijdens het testen zo goed mogelijk aan de uitgewerkte instructie houdt. |
|
|
Term
| Hoe verhoud testangst zich tot de persoonlijkheidstrek angstigheid. |
|
Definition
| De persoonlijkheidstrek angstigheid is meer stabiel en hiervoor gelden de situatie-invloeden testangst minder. |
|
|
Term
| Wat is negatieve en positieve faalangst? |
|
Definition
Negatieve faalangst is een vorm van angst en stoort de prestatie. In geringe mate kan angst wel bevorderlijk werken. Positieve faalangst is eerder een vorm van extraversie of impulsiviteit en werkt bevorderend op de prestatie. |
|
|
Term
| Wanneer mag je langs klinisch-intuïtieve weg elementen zoals subjectieve impressies en ideeën in de evaluatie verwerken? |
|
Definition
| Als het gaat om het genereren van hypothesen of om het vinden van wegen waarlangs verder onderzoek nuttig zou kunnen zijn. |
|
|
Term
| Wanneer mag je niet alleen langs klinisch-intuïtieve weg uitspraken doen? |
|
Definition
| Als het gaat om voorspellende of classificerende uitspraken die van groot belang zijn voor het individu of voor een selecterende organisatie. |
|
|
Term
| Hoe kan subjectiviteit en een lage overeenstemming tussen beoordelaars worden tegengegaan bij de scoring van items met open-vraagvorm? |
|
Definition
| Door een zo goed mogelijke coderingssysteem te gebruiken. |
|
|
Term
| Hoeveel invloed heeft de weging van itemsscores op de betrouwbaarheid? |
|
Definition
|
|
Term
| Hoe (2) kun je de betrouwbaarheid van de test verbeteren d.m.v. items? |
|
Definition
- meer items in de test opnemen - beter nadenken over de inhoud van de items |
|
|
Term
| Hoe kunnen testangst en onervarenheid met de computer bij testen per computer worden gereduceerd? |
|
Definition
| Door respondenten voorafgaand aan de testsessie tijd te geven om te oefenen en zo aan het medium te wennen. |
|
|
Term
| Wat is het voordeel ervan dat een respondent met een lagere vaardigheid een minder moeilijke test krijgt voorgelegd bij het adaptief testen (3)? |
|
Definition
| - om een ervaring van falen tegen te gaan - een te moeilijke test levert weinig informatie op over het niveau van de respondent behalve dat het niveau onder het niveau van de gepresenteerde items ligt - de test is veel minder frustrerend |
|
|
Term
| Itemresponstheorie: Hoe groot is de kans op een positief antwoord op het item als de moeilijkheid van het itrem en het niveau van de persoon op de psychologische eigenschap, beide gemeten op dezelfde schaal samenvallen? |
|
Definition
|
|
Term
| Uit tenminste hoeveel items moeten itembanken t.b.v. adaptief testen bestaan? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| Het nagaan of de normen nog kloppen, omdat populaties steeds veranderen en daarmee de normen. |
|
|
Term
| Wat houdt vergelijking met een absolute standaard in? |
|
Definition
Hoe goed de prestatie is in vergelijking met een absolute maatstaf of norm, en niet wat de prestatie is in vergelijking met de klas, leeftijdgenoten of de Nederlandse populatie. Engels: Criterion-referenced measurement. Nederlands: absoluut meten.
De CITO-toets is een voorbeeld van een criterion-referenced assessment, waarbij getoetst wordt of de leerlingen alle vereiste kennis en vaardigheden bezitten die er aan het einde van hun basisschoolperiode van worden verwacht. |
|
|
Term
| Waar is van oudsher de psychologie op gericht geweest? |
|
Definition
| Op het maximaliseren van verschillen tussen de onderzochten, om zo een betrouwbare onderlinge vergelijking mogelijk te maken. |
|
|
Term
| Wat is de basale leeftijd in de IQ-meting volgens verhoudingsnormen? |
|
Definition
| De laatste leeftijd waarop nog geen fouten worden gemaakt. |
|
|
Term
| Wanneer is een jaar achterstand in IQ erger volgens de klassieke IQ berekening, bij lagere of hogere leeftijden? Waarom? |
|
Definition
| Bij lagere leeftijd. Wanneer men deelt door een steeds hogere noemer (toenemende leeftijd), moet spreiding van de prestaties op hogere leeftijden steeds groter worden om de breuk constant te houden. |
|
|
Term
| Wat is de eenvoudigste vorm van vergelijking van testprestaties tussen individuen? |
|
Definition
|
|
Term
| Wat is de zwakte van rangscores? |
|
Definition
| De rangordening leidt niet tot een norm, want de rangscores zijn direct gebonden aan de specifieke groep en de groepsgrootte. |
|
|
Term
|
Definition
| Die 99 punten die een frequentieverdeling verdelen in 100 groepen van gelijke grootte. Een bepaald percentiel is dat punt op de schaal waar beneden evenzoveel procent van de verdeling is gelegen. |
|
|
Term
| Hoe worden percentielscores berekend? |
|
Definition
| D.m.v. lineaire interpolatie. |
|
|
Term
| Noem 3 nadelen van percentielscores. |
|
Definition
- met percentielscores mogen geen gemiddelden en varianties worden berekend - het heeft geen zin om frequentieverdelingen van percentiele en ruwe scores te vergelijken |
|
|
Term
| Wat is het voordeel van standaardscores en standaardnormen? |
|
Definition
| Ze kennen niet de bezwaren van percentiele normen, de ordinale schaal en de onvergelijkbaarheid met ruwe score-eenheden. |
|
|
Term
| Noem 3 soorten genormaliseerde standaardscores. |
|
Definition
- T-scores - Stanines - Deviatie-IQ |
|
|