Term
|
Definition
| mensen die uit verschillende taalgebieden komen, ontwikkelen in eerste instantie een simplistische vorm van taal wanneer ze met elkaar communiceren, dit kan later uitgroeien tot een volwaardige taal met complexe grammatica |
|
|
Term
|
Definition
| de relatieve eigenschappen van taal bepalen ons denken |
|
|
Term
|
Definition
| het feit dat spreker van andere talen anders denken |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| de wijze waarop individuele woorden een logisch verband met elkaar houden |
|
|
Term
|
Definition
| woorden met 1 uitspraak maar 2 verschillende spelwijzen |
|
|
Term
|
Definition
| een groep woorden die slechts 1 foneem (= 1klank) van elkaar verschillen |
|
|
Term
|
Definition
| woordbetekenis wordt automatisch aangesproken, zelfs wanneer proefpersonen proberen om deze niet te verwerken |
|
|
Term
|
Definition
| woorden die niet bestaan maar wel nog uitspreekbaar zijn zorgen ook voor een betere identificatie van letters in vergelijking met woorden die we niet kunnen uitspreken |
|
|
Term
|
Definition
| problemen met onregelmatige woorden |
|
|
Term
|
Definition
| problemen met onbekende en non-woorden |
|
|
Term
|
Definition
| problemen met onbekende woorden en semantische problemen |
|
|
Term
|
Definition
| het kleinste deel van een woord (= een letter) |
|
|
Term
|
Definition
| een verzameling klanken die allemaal dezelfde betekenisonderscheidende functie hebben |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| het effectie veld dat we zien tijdens het lezen |
|
|
Term
|
Definition
| de fixatietijd op een woord is langer wanneer het voorafgegaan werd door een zeldzaam woord |
|
|
Term
|
Definition
| een piek in de frequenties van spraak |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| 1 of 2 meer gelijke geluiden die behoren tot hetzelfde foneem |
|
|
Term
|
Definition
| spraakstimuli die een tussenvorm zijn van 2 fonemen worden gewoonlijk gecategoriseerd als de een of de andere, met een abrupte grens tussen de verschillende fonemen |
|
|
Term
| fonemisch restauratie effect |
|
Definition
| illusie in dewelke de luisteraar een foneem ontvangt dat gedelete is uit een gesproken zin |
|
|
Term
|
Definition
| selectieve beperking in fonemische verwerking |
|
|
Term
|
Definition
| geheel van regels die een correcte zinsstructuur beschrijven |
|
|
Term
|
Definition
| vergelijkbaar, maar breder dan syntax, omvat zinsstructuur, interpunctie en intonatie |
|
|
Term
|
Definition
| aanwijzingen voor de zinsstructuur en bedoelde betekenis |
|
|
Term
|
Definition
| relateeert aan het bedoelde (figuurlijke) in tegenstelling tot het letterlijke |
|
|
Term
|
Definition
| een woord of frase die op figuurlijke wijze wordt gebruikt |
|
|
Term
|
Definition
| gedeelde kennis en overtuigingen, verwachtingen en opvattingen tussen luisteraar en spreker |
|
|
Term
|
Definition
| neem het eigen perspectief als mogelijk referentiekader en negeer dat van de spreker |
|
|
Term
|
Definition
| een geschreven tekst of spraak die minstens een aantal zinnen lang is |
|
|
Term
|
Definition
| afhankelijk van de betekenis van woorden |
|
|
Term
|
Definition
| vaststellen van de coherentie tussen het huidige deel van de tekst en het voorgaande |
|
|
Term
|
Definition
| dient om de tekst te verfraaien of om er details aan toe te voegen |
|
|
Term
|
Definition
| een voornaamwoord of een zelfstandig naamwoord moet geidentificeerd worden op basis van een eerder genoemd zelfstandig naamwoord |
|
|
Term
|
Definition
| goed geintegreerde paketten kennis over de wereld, gebeurtenissen, mensen en acties |
|
|
Term
|
Definition
| behandelen kennis over gebeurtenissen en de consequenties daarvan |
|
|
Term
|
Definition
| kennisstructuren die gerelateerd zijn aan een specifiek aspect van de wereld |
|
|
Term
|
Definition
| problemen met het vinden van de betekenis van een woord, maar zijn nog steeds goed in executief functioneren in de vroege stadia van dementie |
|
|
Term
|
Definition
| grotere problemen met script gerelateerde info dan met lower-level knowledge |
|
|
Term
| fronto-temporale dementie |
|
Definition
| goede lowlevel semantische kennis, maar slechte scriptgebaseerde kennis |
|
|
Term
|
Definition
| verminderen van verwerkingskosten door het produceren van eerder gebruikte frases |
|
|
Term
|
Definition
| gebruik van gesimplificeerde expressies waarin de volledige betekenis niet expliciet in uitgedrukt is |
|
|
Term
|
Definition
| woorden en frase die niet direct bijdragen aan de inhoud van uitingen |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| wanneer de initiele letters van 2 woorden worden verwisseld |
|
|
Term
|
Definition
| het correcte woord is verwisseld met een met een vergelijkbare betekenis |
|
|
Term
|
Definition
| onthullen de sprekers werkelijke verlangens |
|
|
Term
| morfeem verwisselingsfouten |
|
Definition
| verbuigingen en achtervoegsels blijven op hun positie, maar worden aan het verkeerde woord gekoppeld |
|
|
Term
|
Definition
| enkelvoudige werkwoorden worden foutief gebruikt met meervoudige onderwerpen |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer een incorrect woord zowel semantisch als fonetisch gerelateerd is aan het correcte woord |
|
|
Term
|
Definition
| we kiezen een bestaand woord uit het lexicon, terwijl we een non-woord zouden moeten lezen |
|
|
Term
|
Definition
| wanneeer semantische verwerking succesvol is, maar de fonologische verwerking niet |
|
|
Term
|
Definition
| neigen naar het produceren van korte zinnen met bijna enkel inhoudswoorden |
|
|
Term
|
Definition
| woordbetekenis is niet toegankelijk - een beperkte vaardigheid om objecten te benoemen |
|
|
Term
|
Definition
| wordt gekenmerkt door onsamenhangende, zinloze spraak en door neologismen (= nieuw uitgevonden woord) |
|
|
Term
|
Definition
| sprekers moeten rekening houden met specifieke behoeftes van de luisteraar, komt overeen met de gemeenschappelijke grond maar uitgebreider, dus niet alleen verbale communicatie valt eronder maar ook de niet verbale communicatie |
|
|
Term
|
Definition
| het schrijven wordt periodiek onderbroken en dan wordt gevraagd aan de pp wat hij net daarvoor gedaan had (= methode om te weten hoeveel tijd we besteden aan de 3 sleutelprocessen van het schrijven) |
|
|
Term
|
Definition
| simpelweg alles opschrijven wat gekend is over een onderwerp |
|
|
Term
| kennis-transformatie-strategie |
|
Definition
| uitgebreid schrijfplan dat je kan concretiseren door een retorische probleemruimte ( = problemen gerelateerd aan het bereiken van taakdoelen) en de inhoudsprobleemruimte (= problemen die je moet aanpakken om de inhoud duidelijk te maken) te beschrijven |
|
|
Term
|
Definition
| de neiging om te veronderstellen dat andere mensen onze kennis delen |
|
|
Term
|
Definition
| het plotselinge herstructureren van een probleem, vaak vergezeld van een aha-erlebnis |
|
|
Term
|
Definition
| falen in het vinden van een oplossing omdat we op basis van eerdere ervaringen maar een beperkt aantal gebruiksmogelijkheden aan een object toekennen |
|
|
Term
|
Definition
| een probleem wordt vaak gemakkelijker opgelost door het eenvoudigweg een tijdje te negeren |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| methodes of procedure om een probleem op te lossen |
|
|
Term
| analogische probleemoplossing |
|
Definition
| wanneer mensen niet direct relevante kennis over een probleem hebben dan proberen ze indirect, dmv een analogie kennis, toe te passen |
|
|
Term
|
Definition
| een regel uit de kansrekening die de kans berekent dat een bepaalde mogelijkheid ten grondslag ligt aan een gebeurtenis, uitgedrukt in de voorwaardelijke kansen op de gebeurtenis bij elk van de mogelijkheden |
|
|
Term
|
Definition
| de relatieve frequentie waarmee een gebeurtenis kan plaatsvinden, of waarmee een bepaald attribuut aanwezig is in de populatie |
|
|
Term
| representativiteitsheuristiek |
|
Definition
| gebeurtenissen die representatief of typisch zijn voor een bepaalde klasse worden een hoge waarschijnlijkheid toegekend, wanneer een gebeurtenis sterk vergelijkbaar is met andere gebeurtenissen in de populatie of klasse van gebeurtenissen dan wordt deze als representatief gezien |
|
|
Term
|
Definition
| Neveneffect van de representativiteitsheuristiek; Het foutieve geloof dat de conjunctie of combinatie van 2 gebeurtenissen waarschijnlijker is dan de 2 gebeurtenissen in afzondering |
|
|
Term
| beschikbaarheidsheuristiek |
|
Definition
| de schatting van de frequentie van gebeurtenissen is afhankelijk van het gemak waarmee relevante informatie uit het LT-geheugen kan worden gehaald |
|
|
Term
| zuinige en snelle heuristieken |
|
Definition
| een beoordeling maken aan de hand van informatie die snel beschikbaar is en waar we ook weinig over moeten nadenken - zonder veel cognitieve bronnen |
|
|
Term
| de natuurlijk frequentie hypothese |
|
Definition
| we zijn slecht in het beredeneren en beoordelen van proporties |
|
|
Term
|
Definition
| het tellen van absolute aantallen |
|
|
Term
|
Definition
| moeilijk om te gaan met fracties en percentages/relatieve frequenties |
|
|
Term
|
Definition
| mensen hebben de neiging om door te gaan met een reeds doorgevoerde beslissing |
|
|
Term
|
Definition
| beslissingen worden beinvloed door irrelevante aspecten van de situatie |
|
|
Term
|
Definition
| mensen overschatten de intensiteit en duur van de negatieve emotionele reacties op verlies |
|
|
Term
|
Definition
| mensen verkiezen gebrek aan actie boven handelen |
|
|
Term
|
Definition
| mensen herhalen een initiele keuze over een reeks beslissingssituaties, ondanks een verandering in voorkeur |
|
|
Term
|
Definition
het maken van een algemene conclusie gebaseerd op eerdere premissen die gaan over specifieke gevallen
specifiek -> algemeen |
|
|
Term
|
Definition
| de poging om bewijs te vinden wat de juistheid van je hypothese zal bevestigen |
|
|
Term
|
Definition
| genereert een voorspelling die overeenkomt met een bepaalde hypothese - zoeken naar een evidentie die conform is met de hypothese |
|
|
Term
|
Definition
| de poging om een hypothese te ontkrachten/weerleggen dmv experimenten |
|
|
Term
|
Definition
| 2 premissen gevolgd door een conclusie |
|
|
Term
|
Definition
| een grote discrepantie tussen wat mensen denken bij syllogismen en wat logisch zou zijn volgens de logica |
|
|
Term
|
Definition
| de waarschijnlijkheid die de proefleiders de proefpersonen hebben doen geloven dat een bepaald syllogisme waar is |
|
|
Term
|
Definition
| alleen maar modellen genereren die in overeenkomst zijn met de premissen die waar zijn en niet met deze die niet waar zijn |
|
|
Term
|
Definition
| een premissen waarin de pp de illusie krijgt dat de conclusie valide is terwijl dit niet het geval is |
|
|
Term
|
Definition
| info aanbieden zonder dat die in het bewustzijn doordringt |
|
|
Term
|
Definition
| een conditie waarin verschillende emotionele stimuli onderscheiden kunnen worden zonder dat er sprake is van bewuste waarneming |
|
|
Term
|
Definition
| niet meer in staat zijn om bewust bepaalde stimuli waar te nemen |
|
|
Term
|
Definition
| ieder proces wat een individu kan gebruiken om het opkomen, verdwijnen, de grootte, de duur, de intensiteit of kwaliteit of meerdere aspecten van een emotionele respons kan beinvloeden |
|
|
Term
|
Definition
| samenvattingen van situaties die we makkelijk naar boven kunnen halen |
|
|
Term
|
Definition
| selectieve aandacht voor bedreigende stimuli wanneer deze tegelijk met een neutrale stimuli worden aangeboden |
|
|
Term
|
Definition
| de neiging om ambigue stimulien situaties als bedreigend te interpreteren |
|
|
Term
| expliciete geheugenvoorkeur |
|
Definition
| de neiging om vooral negatieve/onplezierige informatie te rapporteren op een expliciete geheugentest |
|
|
Term
| impliciete geheugensvoorkeur |
|
Definition
| de neiging om een superieure prestatie te leveren op negatieve/bedreigende informatie op een impliciete geheugentest |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
| onderscheid tussen lichaam en geest |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer we iets waarnemen gaan we er vanuit dat het wordt opgenomen als een camera en vervolgens ergens in ons hoofd geprojecteerd wordt |
|
|
Term
|
Definition
| kunnen onderzocht worden met conventionele empirische methoden - de relatie tussen een stimulus en neurale activiteit |
|
|
Term
|
Definition
| heeft betrekking op de subjectieve ervaring zelf - ontoegankelijk voor empirische methoden |
|
|
Term
|
Definition
| onze subjectieve ervaring, oftewel fenomenologisch besef, slechts toegankelijk voor diegene die het ervaart |
|
|
Term
|
Definition
| we kunnen een stimulus subliminaal waarnemen en daar een geinformeerde respons op geven, maar toch rapporteren we dat we die stimulus niet hebben gezien |
|
|
Term
|
Definition
| de targetstimulus wordt gemaskeerd door een subsequente stimulus |
|
|
Term
|
Definition
| 2 stimuli worden gepresenteerd (1 aan ieder oog) |
|
|
Term
|
Definition
| de aanwezigheid van een onverwacht object wordt niet gedetecteerd |
|
|
Term
|
Definition
| een gebrek in de detectie van een verandering in de omgeving |
|
|
Term
| reduplicatieve paramnesia |
|
Definition
| men gelooft dat er meerdere kopieen van mensen en locaties zijn - men heeft problemen om opgeslagen herinneringen te relateren aan werkelijke ervaringen |
|
|
Term
|
Definition
| de set van regels die gaan over de volgorde van woorden in zinnen in een bepaalde taal |
|
|
Term
|
Definition
| een analyse van de syntactische of grammatische structuur van zinnen |
|
|
Term
|
Definition
| de mogelijkheid om gebruik te maken van alle informatie bij het interpreteren van een uitspraak of situatie |
|
|
Term
|
Definition
| Gesproken woorden en zinnen die niet direct bijdragen aan de inhoud van wat er gezegd wordt, maar nog steeds een bepaalde functie hebben (verduidelijken van de spreker zijn intenties bv.) |
|
|
Term
|
Definition
| een basiseenheid van betekenis. Een woord kan bestaan uit meerdere morfemen. |
|
|
Term
|
Definition
| een vorm van spreekfout waarbij het uitgesproken foute woord gerelateerd is aan het correcte woord in betekenis en geluid |
|
|
Term
|
Definition
| abstracte woorden met syntactische en semantische kenmerken maar geen fonologische |
|
|
Term
|
Definition
| Mensen neigen ernaar om een veel geoefende strategie op problemen toe te passen, zelfs wanneer deze niet gepast of suboptimaal is |
|
|
Term
|
Definition
| het veranderen van de huidige staat binnen het probleem zodanig dat je een stap dichter bij het doel bent. |
|
|
Term
| oppervlakkige overeenkomst bij problemen |
|
Definition
| de verschillende problemen kennen slechte gedetailleerde overeenkomsten |
|
|
Term
| structurele overeenkomst bij problemen |
|
Definition
| causale relaties tussen de hoofdcomponenten worden door beide problemen gedeeld. |
|
|
Term
| procedurele overeenkomst bij problemen |
|
Definition
| procedures die het oplossingsprincipe omzetten naar concrete acties worden door beide problemen gedeeld. |
|
|
Term
|
Definition
| bij ervaring zien we sneller een oplossing |
|
|
Term
|
Definition
| maatschappelijk relevante, slecht gedefinieerde problemen waarbij niet op voorhand vast gelegd is wat de juiste oplossing is voor een bepaald probleem. levensbelang |
|
|
Term
|
Definition
| Abstract, goed gedefinieerde problemen, betrouwbaar ratingsysteem. |
|
|
Term
|
Definition
| gedetailleerde informatie over schaakposities worden opgeslagen in het LTG opgebroken in 7 eenheden. Deze eenheden bevatten bij experten meer informatie. |
|
|
Term
|
Definition
| Frequent gebruikte chunks ontwikkelen zich tot complexere en flexibele sjablonen, bestaande uit een kern en slots. Informatie wordt opgeslagen in 3 relatief grote sjablonen. |
|
|
Term
|
Definition
| de relatieve frequentie waarmee een gebeurtenis kan plaatsvinden of waarmee een bepaalde attribuut aanwezig is in de populatie |
|
|
Term
|
Definition
| Beoordeling door te beslissen hoe gemakkelijk het zou zijn om je relevante gebeurtenissen te herinneren zonder ze werkelijk op te halen |
|
|
Term
|
Definition
| wanneer er slecht een item herkend wordt, veronderstel dan het het herkende item een hoge waarde heeft op basis van ieder willekeurig criterium |
|
|
Term
|
Definition
| omgeving in kleine concrete eenheden gaan tellen |
|
|
Term
|
Definition
| richt zich op hoe mensen beslissingen zouden moeten maken. Bepaal de verwachtte waarde van diverse mogelijke uitkomsten. Kies degene met de hoogste. Mensen behandelen beslissingen als gokken. In de werkelijkheid is dit niet helemaal waar. |
|
|
Term
|
Definition
| Als optie A minstens even goed is als optie B in alle aspecten, en zelf beter dan B in minimaal 1 aspect, dan zou A verkozen worden over B |
|
|
Term
|
Definition
| het gebruik van neurowetenschappelijk onderzoek om informatie te verkrijgen over beslissingsprocessen in een economische structuur |
|
|
Term
|
Definition
| Als we een beslissing maken hebben wij al a-priori een keuze gemaakt en zijn we vaak op zoek naar bevestiging van onze keuze. |
|
|
Term
|
Definition
| een bevinding die niet klopt met de theorie en waardoor je je theorie moet gaan aanpassen |
|
|
Term
|
Definition
| de neiging om kaarten te selecteren die overeenkomen met de items die in de regel genoemd worden, ongeacht de relevantie |
|
|
Term
| geloofwaardigheidsvoorkeur |
|
Definition
| heeft betrekking op de neiging om ongeldige conclusies te accepteren wanneer ze geloofwaardig zijn of te verwerpen indien ze ongeloofwaardig zijn. |
|
|
Term
|
Definition
| syllogistische redeneervaardigheid kan worden beinvloed door de geschatte waarschijnlijkheid van de juistheid ervan |
|
|
Term
|
Definition
| Mensen minimaliseren de belasting van hun werkgeheugen door modellen te consstrueren die alleen representeren wat wel waar is en niet wat niet waar is |
|
|
Term
|
Definition
| Er wordt slecht 1 mental model tegelijk in beschouwing genomen. Van nature doen we geen meerdere modellen. |
|
|
Term
|
Definition
| relevantie gebaseerd op bestaande kennis en de huidige context wordt in beschouwing genomen. Soms toevoeging van extra kennis |
|
|
Term
|
Definition
| Het huidig mentaal model wordt geevalueerd door het analystische systeem en geaccepteerd wanneer het adequaat is. |
|
|
Term
| normatieve systeem probleem |
|
Definition
Proefpersonen kunnen een andere propositioneel kennissysteem gebruiken dan de proefleider. => De resultaten kunnen hierdoor worden gekleurd |
|
|
Term
|
Definition
| proefpersonen hadden mogelijk de juiste oplossing voor een andere interpretatie van het probleem |
|
|
Term
| externe validiteitprobleem |
|
Definition
| kunstmatige problemen zijn niet hetzelfde als deze in de echte wereld. Redenering is niet binair in het echte leven |
|
|
Term
|
Definition
| binnen deze benadering wordt infor verwerkt op basis van vastgestelde regels waarbij er geen ruimte is voor belangrijke aspecten die ons denken hard beinvloedt (geen ruimte voor emotie en bewustzijn) |
|
|
Term
|
Definition
| verwerking van emotionele stimuli buiten de bewuste waarneming |
|
|
Term
|
Definition
| ider proves wat een individu kan gebruiken om het opkomen, verdwijnen, grootte, duur, intensiteit, kwaliteit of een of meerdere aspecten van een emotioneel response kan beinvloeden. |
|
|
Term
| deontologische beoordelingen |
|
Definition
| beoordeling gaan we toepassen op morele regels en het affectieve systeem |
|
|
Term
|
Definition
| alleen observeerbare materie is echt |
|
|
Term
|
Definition
| de mentale wereld is het enige wat echt bestaat. De materiele wereld wordt daardoor vorm gegeven |
|
|
Term
|
Definition
| mentale (en bewuste) functies zijn het resultaat van hersenprocessen |
|
|
Term
|
Definition
| alleen ik besta en alleen ik ben zelfbewust. De buitenwereld is slechts een mentale projectie |
|
|
Term
| reduplicatieve paralnesia |
|
Definition
| geloven dat er meerdere kopien van mensen en locaties zijn. Hebben problemen om opgeslagen herinneringen te relateren aan werkelijke ervaringen |
|
|