Term
| waarvoor wordt de term 'adolescentie' gebruikt? |
|
Definition
| periode tussen de kinderjaren en de volwassenheid |
|
|
Term
| naar wat verwijst de term 'puberteit' ? |
|
Definition
| de lichamelijke en seksuele componenten |
|
|
Term
| welke lichamelijke veranderingen treden er op tijdens de adolescentie? |
|
Definition
- toename v lichaamsgroei - verandering in lichaamsproporties - seksuele rijpingsprocessen (ontw v secundaire geslachtskenmerken |
|
|
Term
| wanneer begint de puberteit van meisjes ivm die van jongens? |
|
Definition
| bij meisjes meestal 1 tot 2 jaar vroeger dan bij jongens |
|
|
Term
| wat is 'disharmonische gestalte'? |
|
Definition
| het onevenwicht in de groei bij jongeren tijdens hun groeispurt |
|
|
Term
| wat zijn secundaire geslachtskenmerken? |
|
Definition
- tetjes - piemelhaartjes - rode zee uit de foef - |
|
|
Term
|
Definition
- 9-14 jaar - eerst ontwikkeling borsten en groei van foefhaar - eerste menstruatie rond 13j - rond 15j geslachtsrijp (biologisch volwassen) |
|
|
Term
|
Definition
- 10-15 jaar - ballekes groeien snel - piemelhaar groeit - versnelling in lengtegroei - piemelgroei + okselhaar + baard - groei van strottenhoofd - 16 jaar (biologisch volwassen) |
|
|
Term
|
Definition
- voordeel - populairder - positiever zelfbeeld |
|
|
Term
|
Definition
- ongemakkelijk gevoel tegenover ander meisjes - nagekeken en gepest door klasgenootjes |
|
|
Term
geef een ander woord voor deze begrippen: x menarche x spermache |
|
Definition
- maandstonden - eerste zaadlozing |
|
|
Term
| wat verandert er aan de perceptuele ontwikkeling bij jongeren in de adolescentie? |
|
Definition
- groter concentratievermogen - aandacht beter verdelen |
|
|
Term
| welke fase van freud loopt gelijk met de puberteit? |
|
Definition
|
|
Term
| waar licht de focus bij de genitale fase van freud? |
|
Definition
|
|
Term
| wat zijn de functies van relaties? (verkering) |
|
Definition
- leren opbouwen van intieme relaties - manier om plezier te hebben - prestige verkrijgen - besef van identiteit ontwikkelen (- en keer goe van de grond gaan ehja jwz xD x3. ) |
|
|
Term
| wat is de gemiddelde leeftijd waarop jongeren de eerste keer van de grond gaan? |
|
Definition
|
|
Term
| welke opdeling wordt er gemaakt homoseksualiteit? |
|
Definition
- incidentele homoseksualiteit - duurzame homofiele gerichtheid |
|
|
Term
| welk onderscheid maken we ivm niet voorbijgaande aard van homoseksualiteit |
|
Definition
- exogene homoseksualiteit - ontwikkelingshomoseksualiteit - endogene homoseksualiteit |
|
|
Term
|
Definition
- veel voorkomende vorm - reactie op bepaalde omstandigheden (bvb in gevangenis zeep laten vallen) - verdwijnt als omstandigheden heteroseksueel gedrag opnieuw mogelijk maken |
|
|
Term
| ontwikkelingshomoseksualiteit |
|
Definition
| voorbijgaande relatie tussen adolescenten van hetzelfde geslacht die zich geestelijk en in sommige gevallen ook lichamelijk kan uiten |
|
|
Term
| endogene homoseksualiteit (justin bieber) |
|
Definition
- kernhomoseksualiteit - blijvende variant |
|
|
Term
| wanneer begint de formeel operationele periode? |
|
Definition
|
|
Term
| wat zijn de kenmerken van de formeel operationele periode? |
|
Definition
- omgaan met abstracte gegevens - hypothetisch denken - beredeneren van logische relaties |
|
|
Term
| waarin verschilt het denken van adolescenten met dat van jongere kinderen? |
|
Definition
- adolesc. kunnen denken over de toekomst - adolesc. kuunnen gemakkelijker in abstracte termen denken - adolesc. zijn zich meer bewust van hun eigen denkwijze (meer reflectie) - adolesc. hebben meer kennis en kunnen problemen dus beter begrijpen |
|
|
Term
|
Definition
| denken dat betrekking heeft op niet waarneembare gebeurtenissen en/of gebeurtenissen die niet rechtstreeks ervaren worden |
|
|
Term
| wat is hypothetisch denken? |
|
Definition
- hypothetisch deductief redeneren - dingen afleiden uit algemene theorie en conclusies uit maken |
|
|
Term
| wat is propositioneel denken? |
|
Definition
| gebruik maken van abstracte logica in de afwezigheid van concrete voorbeelden |
|
|
Term
| wat is combinatorisch denken? |
|
Definition
| alle mogelijke relaties van afzonderlijke eigenschappen nagaan en de relaties uit te drukken in proporties en causale verbanden afleiden indien die er zijn |
|
|
Term
Piaget: x universaliteit van zijn theorie |
|
Definition
- universele stappen - specifieke stadia - als piaget gelijk had zou een persoon alles evengoed moeten kunnen als hij eenmaal een bepaalde leeftijd bereikt heeft |
|
|
Term
Piaget: x verloop in stadia? |
|
Definition
- stadiatheorie suggereert dat cognitieve vaardigheden zich niet geleidelijk of gelijkmatig ontwikkelen - cognitieve groei = snelle verschuiving v ene naar andere stadium - anderen menen dat cognitieve ontw veel meer een continu proces is, kwantitatieve opeenstapelingen - Siegler beweert dat cognitieve ontw in golven plaatsvindt |
|
|
Term
Piaget: x onderschatten v capaciteiten door de aard van de onderzoeksmethoden? |
|
Definition
- Piaget onderschatte de leeftijd waarop bepaalde vaardigheden zich manifesteren - sommige kinderen geven blijk van een vorm van concreet operationeel denken voordat ze 7 jaar zijn - meettechnieken van piaget niet subtiel genoeg om te meten wat hij wil meten - aanwijzingen dat baby rond 3,5 maand over objectpermanentie beschikken |
|
|
Term
Piaget: x verschillende soorten intelligentie? |
|
Definition
- Piaget zegt dat kennis primair bestaat uit het soort inzicht dat geillustreerd wordt in het vraagstuk met de pendel - Gardner meent dat er afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar, verschillende soorten intelligentie bestaan |
|
|
Term
Piaget: x post formeel denken |
|
Definition
- formele operaties zijn niet de meest complexe manier van denken te zijn - om samenleving te begrijpen moet je flexibel en ruim kunnen denken |
|
|
Term
| wat kunnen we zeggen over de tekenontwikkeling bij adolescenten? |
|
Definition
ze worden steeds kritischer ten aanzien van het eindresultaat - sneller ontevreden - bewust van hun beperkingen in het realistisch weergeven van de werkelijkheid |
|
|
Term
| hoe kunnen we autonomie bij adolescenten beschrijven? |
|
Definition
- loskomen van de ouders - zelf meer zaken beslissen - eigen meningen vormen |
|
|
Term
| op welk vlak maken adolescenten rolveranderingen mee? |
|
Definition
- intimiteit en seksualiteit - binding - studie x beroep - vormen en uiten van morele, politieke en levens standpunten |
|
|
Term
| welke factoren binnen het gezin kunnen er invloed hebben op sociaal-emotionele ontwikkeling van de adolescent? |
|
Definition
- aard van relatie tss ouders & kind - wijze waarop ouders omgaan met ouder worden - relatie tss ouders - economische situatie v gezin - gezinssamenstelling - culturele achtergrond - opvoedingsstijl binnen gezin |
|
|
Term
|
Definition
| natuurlijk gevolg van de veranderingen in de verwachtingen die ouders en adolescenten tov elkaars rol hebben |
|
|
Term
| hoe verandert contact met leeftijdsgenoten voor adolescenten ivm hun kinderjaren? |
|
Definition
- meer tijd met leeftijdsgenoten doorbrengen - informeel gevormde groepen - contact met andere sexe neemt toe - in grotere groepen samenkomen |
|
|
Term
| waarom zijn contacten met leeftijdsgenoten belangrijk voor de sociale en emotionele ontwikkeling? |
|
Definition
- vrienden bieden steun - leren van sociale vaardigheden van vrienden - experimenteren met sociale rollen - voorbereiding op integratie in samenleving |
|
|
Term
|
Definition
| geheel van groepen van adolescenten met eigen soort levensstijl die bestaat uit dezelfde opvattingen en gedragingen |
|
|
Term
| waarin onderscheiden subculturen zich van een jeugdcultuur? |
|
Definition
| bepaalde opvattingen en gedragingen |
|
|
Term
| wat vormt er de basis voor het imago? |
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
- NIET een groep van vrienden - WEL een groep waar jij 1 van bent |
|
|
Term
| wat zijn de kenmerken van vriendschappen tussen boezemvrienden? |
|
Definition
- intimiteit - gelijkwaardigheid - wederkerigheid |
|
|
Term
| wat vinden jongeren belangrijk aan vriendschappen? |
|
Definition
- wederzijds vertrouwen - wederzijdse zorg - wederzijdse steun |
|
|
Term
| welke factoren bepalen de eigenwaarde van een adolescent ? |
|
Definition
- geslacht (eigenwaarde meisjes lager en kwetsbaarder dan van jongens) - sociaal economische status - raciale verschillen |
|
|
Term
| waarom spreken we bij adolescenten die inlevingsvermogen en empathie hebben nog altijd over egocentrisme? |
|
Definition
| omdat de adolescent nogal vaak op zichzelf gericht is, hij vindt zijn eigen persoon zeer belangrijk |
|
|
Term
| welke vormen neemt egocentrisme aan bij adolescenten? |
|
Definition
- imaginair publiek - persoonlijke fabel |
|
|
Term
| wat is de imaginair publieke vorm van egocentrisme? |
|
Definition
| jongere heeft het gevoel dat hij in het middelpunt van de belangstelling staat |
|
|
Term
| wat is persoonlijke fabel vorm van egocentrisme? |
|
Definition
| jongere denkt dat hij uniek is, met unieke gevoelens en gedachten |
|
|
Term
| wat zijn de risico's van persoonlijke fabel vorm van egocentrisme? |
|
Definition
| adolescent denkt dat hij niet getroffen kan worden door risico's die anderen bedreigen, het geeft een gevoel van onsterfelijkheid mee |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
| wat is psychosociaal moratorium? |
|
Definition
| een periode waarin de adolescent relatief vrij is, weinig verantwoordelijkheid moet dragen en de kans krijgt om zijn identiteit uit te proberen en te ontwikkelen |
|
|
Term
| in welke fase van erikson bevindt de adolescent zich? |
|
Definition
| identiteit vs identiteitsverwarring |
|
|
Term
| hoe noemt erikson de persoonlijkheidsontwikkeling? |
|
Definition
|
|
Term
| van welk groeiprincipe gaat Erikson uit in zijn ontwikkelingsmodel rond identiteitsontwikkeling? |
|
Definition
| het epigenetisch principe |
|
|
Term
| hoe beschrijven we het epigenetisch principe? |
|
Definition
| opeenvolgende gebeurtenissen vinden plaats volgens een vooraf bepaald grondplan |
|
|
Term
| welke zijn de 8 stadia van de theorie van Erikson? |
|
Definition
1. vertrouwen vs wantrouwen 2. autonomie vs schaamte 3. initiatief vs schuld 4. vlijt vs minderwaardigheid 5. identiteit vs identiteitsverwarring 6. intimiteit vs isolement 7. generativiteit vs stagnatie 8. integriteit vs wanhoop |
|
|
Term
| welke 4 statussen beschrijft psycholoog Marica in zijn theorie over identiteitsstatus? |
|
Definition
- identiteitsdiffusie - foreclosure - moratorium - achievement status |
|
|
Term
| aan de hand van welke 2 eigenschappen beschrijft Marica zijn 4 statussen over identiteit? |
|
Definition
de aan/afwezigheid van - exploratie - binding |
|
|
Term
Marica: identiteitsstatus x binding: aanwezig x exploratie: aanwezig |
|
Definition
identity achievement - tieners: met succes overdacht wie ze zijn en wat ze willen doen + verbonden aan specifieke identiteit - adolescent: psychisch gezien het gezondst en meer gemotiveerd om iets te bereiken |
|
|
Term
Marica: identiteitsstatus x binding: aanwezig x exploratie: afwezig |
|
Definition
foreclosure - adolescenten die zich verbonden hebben aan identiteit maar geen crisisperiode hebben meegemaakt - overgenomen wat anderen best voor hen vonden - veel behoefte aan goedkeuring van anderen |
|
|
Term
Marica: identiteitsstatus x binding: afwezig x exploratie: aanwezig |
|
Definition
moratorium - adolesc. geen definitieve keuze ivm identiteit - angstig gedrag - last van psychische conflicten - levendig, aantrekkelijk en op zoek naar intimiteit |
|
|
Term
Marica: identiteitsstatus x binding: afwezig x exploratie: afwezig |
|
Definition
identiteitsdifussie - overwegen versch alternatieven maar verbinding zich nooit aan 1 specifieke identiteit - nog geen duidelijke keuze ivm toekomst - losbandig gedrag - moeilijk hechte relaties aangaan - sociaal teruggetrokken |
|
|
Term
| wat moet je kunnen om goede morele afwegingen te maken die afgestemd zijn op universele menselijke waarden? |
|
Definition
| niet denken vanuit 'eigen belang' maar met andere kunnen meeleven en mee voelen |
|
|
Term
wanneer kan je volgens Kohlberg het laatste stadium van morele ontwikkeling bereiken? x hoe noemt dit stadium? x hoeveel % van alle volwassenen bereikt dit? |
|
Definition
- rond 13 jaar - 25% van alle volwassenen - postconventioneel moraal |
|
|