Term
| geef de drie redenen die aantonen dat waarnemen meer is dan enkel het registreren van gewaarwordingen. |
|
Definition
1 het signaal dat in de hersenen toekomt, is onvolledig 2 de beelden op de retina's zijn plat 3 het binnenkomende signaal van het voorwerp verandert voortdurend = perceptuele constantie |
|
|
Term
| leg perceptuele constantie uit |
|
Definition
| het fenomeen dat voorwerpen gelijk blijven, ondanks voortdurende veranderingen in het retinale beeld. een voorwerp dat beweegt, behoudt zijn vorm bv een deur die opengaat, het blijft een rechthoek, ook al zien we het als een trapezium |
|
|
Term
| wat is de proximale stimulus? |
|
Definition
| het geheel van fysische energie dat onze sensorische receptoren stimuleert |
|
|
Term
| wat is de distale stimulus? |
|
Definition
| het voorwerp in de buitenwereld dat de fysische energie produceert |
|
|
Term
| wat is het heuristische interpretatieproces? |
|
Definition
| het visuele systeem vormt de proximale stimulus om tot een distale stimulus door gebruik te maken van een aantal voor de hand liggende aannames over hoe de omgeving in elkaar zit en onder welke condities die waargenomen wordt. deze aannames worden gecombineerd met de binnenkomende proximale stimulus |
|
|
Term
| wat zijn visuele illusies? |
|
Definition
| verkeerde perceptie, wanneer men iets anders percipiëert dan wat getoond wordt. |
|
|
Term
|
Definition
| het niet meer kennen of herkennen van voorwerpen door er naar te kijken |
|
|
Term
| wat is laterale inhibitie? |
|
Definition
| wanneer een ganglioncel heftig reageert door een heldere stimulus, zal het activiteitsniveau van de omringende cellen verlaagd worden. hierdoor zullen de hersenen de gereduceerde activiteit van geïnhibeerde cellen interpreteren als een indicatie voor minder helder licht. |
|
|
Term
| leg het raster van Harmann uit aan de hand van laterale inhibitie. |
|
Definition
| bij het raster van hermann zie je donkere vlekken op de kruispunten van de witte gedeeltes wanneer je er niet recht naar kijkt. als je er wel recht naar kijkt, dan verdwijnt de donkere vlek. dit komt ondat wanneer ganglioncellen heftig vuren, de omliggende cellen geïnhibeerd worden en dus als donkerder gezien worden. de vlekken verdwijnen als je ernaar kijkt, omdat laterale inhibitie zich over veel kleinere oppervlakten afspeelt in de fovea dan in de periferie van het oog |
|
|
Term
| wat is het nut van laterale inhibitie? |
|
Definition
| het verbetert ons zicht. het vergroot contrasten waardoor we beter kunnen zien en bv beter kunnen lezen, omdat zwarte letters meer opvallen op een witte achtergrond |
|
|
Term
| wat zijn bottom-upprocessen? |
|
Definition
| Ruwe info van sensorische prikkels wordt gecombineerd en verwerkt tot betekenisvolle, herkenbare eenheden. |
|
|
Term
| wat zijn top-downprocessen? |
|
Definition
| Waarneming begint met voorkennis uit de omgeving stuurt de opname van sensorische info. (zoekt aanwijzingen die in overeenstemming zijn met de kennis) |
|
|
Term
| wat is een perceptuele illusie? |
|
Definition
| tegenspraak tussen distale stimuli en de perceptie ervan. |
|
|
Term
| leg uit: de bottom-uptheorieën gaan ervan uit dat het structureren van de receptorsignalen tot betekenisvolle voorwerpen in drie stadia verloopt. |
|
Definition
1 primaire schets (randen detecteren) 2 perceptuele organisatie (volgens gestaltpricipes) 3 patroon- en objectherkenning |
|
|
Term
| wat is perceptuele groepering? |
|
Definition
| het samenvoegen van elementen uit de primaire schets tot grotere gehelen |
|
|
Term
| leg de gestaltpsychologie uit. |
|
Definition
| het geheel is meer dan de som van de delen. het is zinloos om het functioneren van de mens te zien als een som van onafhankelijke gedragingen. we staan constant in interactie met de omgeving. elk psychisch proces is afhankelijk van het veld van krachten waarin het plaatsvindt en dient vanuit een dynamisch gezichtspunt bekeken te worden. dit is het psychologisch veld |
|
|
Term
| wat zijn de 4 besproken groeperingsprincipes? |
|
Definition
1) gelijkheid: gelijke elementen in 1 groep 2) nabijheid: hoe dichter, hoe meer kans in 1 groep 3) geslotenheid: elementen die deel lijken uit te maken van 1 gesloten object, worden in dezelfde eenheid gestopt 4) goede voortzetting: wat in elkaars verlengde ligt, wordt als 1 groep gezien |
|
|
Term
| geef de principes die de kans doen toenemen dat een bepaald deel van de stimulus als figuur gezien zal worden |
|
Definition
omsingeling grootte symmetrie locatie vorm vertrouwdheid |
|
|
Term
| wat is patroonherkenning? |
|
Definition
| om een object te herkennen en de bijbehorende informatie te activeren, moet het kijkgerichte beeld aan een voorstelling in het geheugen gekoppeld worden. |
|
|
Term
| geef de twee principes van patroonherkenning |
|
Definition
1) template-matching = een reeks van sjablonen wordt vergeleken met de figuur die tijdens de perceptuele organisatie geïsoleerd werd 2) kenmerkenherkenning = |
|
|
Term
| wat zijn de grootste beperkingen van templates? |
|
Definition
1) men ziet soms maar een klein deel van de figuur 2) het uiterlijk van een voorwerp kan een grote variatie vertonen |
|
|
Term
| wat is kenmerkenherkenning? |
|
Definition
| ons visuele systeem kan voorwerpen herkennen op basis van karakteristieke kenmerken. bv. een letter die op verschillende manieren geschreven wordt gaan we telkens herkennen, ook al is het een lettertype dat we nog nooit zagen |
|
|
Term
|
Definition
| vormen die aan de basis zouden liggen van onze gave om voorwerpen te herkennen. we identificeren voorwerpen door ze op te splitsen in geons |
|
|
Term
| wat is het woordsuperioriteitseffect? |
|
Definition
| een woord helpt bij het herkennen van letters |
|
|
Term
| wat is de fourieranalyse? |
|
Definition
| het proces waarbij de informatie uit een visueel beeld uiteengetrokken wordt door filters met een verschillende spatiale frequentie |
|
|
Term
| wat stelde Bar vast op basis van hersenscans? |
|
Definition
| dat de orbitofrontale cortex tussenkomt bij het herkennen van een stimulus door de info uit filters met een lage spatiale frequentie te gebruiken om een ruwe schatting te maken van de visuele stimulus die men ziet |
|
|
Term
| wat is binoculair dispariteit? |
|
Definition
| de retina ontvangt verschillende informatie over dezelfde voorwerpen in de buitenwereld |
|
|
Term
| wat zijn monoculaire diepteaanwijzingen? |
|
Definition
dit maakt het mogelijk om ook met 1 oog diepte te schatten. door: - grootte van het beeld - textuurgradiët - lineaire perspectief - interpositie - bewegingsparallax |
|
|
Term
| wat is apparente beweging? |
|
Definition
| wanneer statische beelden elkaar snel opvolgen, zien we dat als beweging bv films |
|
|
Term
| wat is geïnduceerde beweging? |
|
Definition
| door beweging in de achtergrond wordt de beweging van een voorwerp verkeerd gepercipieerd, en hebben we het gevoel zelf te bewegen |
|
|
Term
| wat is de watervalillusie? |
|
Definition
| als je lang naar een voorwerp kijkt dat in een bepaalde richting beweegt (bv een waterval) dan lijken stilstaande voorwerpen eromheen in de tegengestelde richting te bewegen als je ernaar kijkt (bv de rotsen) |
|
|