Term
| Waar gaat het onderzoek naar de status van de lichamelijke veranderingen over? |
|
Definition
| Over de vraag of het in de puberteit komen op zichzelf een effect heeft op de adolescent. |
|
|
Term
| Waar gaat het onderzoek over de timing van de lichamelijke veranderingen over? |
|
Definition
| Het gaat na of een bepaalde adolescent vergeleken met leeftijdgenoten vroeg, gemiddeld of laat in de puberteit komt. |
|
|
Term
| Waar gaat het onderzoek naar het tempo over? |
|
Definition
| Bestudeert hoe snel een adolescent door de lichamelijke veranderingen heengaat. |
|
|
Term
| Door welke 3 regelsystemen worden de lichamelijke veranderingen gereguleerd? |
|
Definition
De neuro-endocriene assen: - de bijnier - de gonada - de groei-as |
|
|
Term
| Welke systemen werken samen in de HPA-as en waar staat de afkorting voor? |
|
Definition
Hypothalamic-Pituitary-Adrenal-as: - hypothalamus - hypofyse - bijnieren |
|
|
Term
| Welke systemen werken samen in de HPG-as en waar staat de afkorting voor? |
|
Definition
Hypothalamic-Pituitary-Gonadal-as: - hypothalamus - hypofyse - gonaden (eierstokken en testikels) |
|
|
Term
| Wanneer begint de rijping van de HPA-as (adrenarche) bij jongens en bij meisjes? |
|
Definition
Jongens: tussen 7 en 9 jaar Meisjes: tussen 6 en 8 jaar |
|
|
Term
| Voor welke uiterlijke kenmerken zorgt de HPA-as? |
|
Definition
Spierweefsel Schaamhaar en okselhaar Veranderingen in huid en acne |
|
|
Term
| Voor welke uiterlijke kenmerken zorgt de HPG-as bij jongens en bij meisjes? |
|
Definition
Jongens: Spierweefsel Verbreding schouders Uitgroei van genitalia Schaam-, oksel- en gezichtshaar Veranderingen in huid en acne Baard in de keel
Meisjes: Borstontwikkeling Verbreding heupen Uitgroei van baarmoeder en eierstokken Menarche |
|
|
Term
| Wanneer wordt de cyclus regelmatiger (28 dagen)? |
|
Definition
| Zo'n 18mnd na de eerste menstruatie als er ook ovulatie plaatsvindt. |
|
|
Term
| Wanneer vindt de eerste menstruatie (menarche) bij de meesten plaats? |
|
Definition
| Na dat borsten en schaamstreek al redelijk ontwikkeld zijn rond 12,5j. |
|
|
Term
| Wanneer vindt de eerste zaadlozing (spermarche) meestal plaats? |
|
Definition
| Tijdens vroege fasen van lichamelijke veranderingen rond 11-14 jaar. |
|
|
Term
| Waarom vindt de groei vaak schoksgewijs plaats? |
|
Definition
| Vanwege het samenspel tussen GHRH (groeihormoon releasing hormoon) en somatostatin (hormoon die de groei afremt). |
|
|
Term
| Waar leidt de toename van de afgifte van insuline-achtige groeifactor-1 (IGF-1) door de lever toe? |
|
Definition
| De typische mannelijke en vrouwelijke lichaamsvormen. |
|
|
Term
| Voor welke verschijnselen zorgt estrogeen? |
|
Definition
| Typisch vrouwelijke veranderingen: groei en afstoting baarmoederslijmvlies en borstontwikkeling. |
|
|
Term
| Voor welke verschijnselen zorgt androgeen? |
|
Definition
| Typisch mannelijke verschijnselen: groei testikels, prostaat, haargroei, groei van talgklieren. |
|
|
Term
| Op welke leeftijden beginnen jongens en meisjes aan hun groeispurt? |
|
Definition
|
|
Term
| In welke volgorde vindt de groei bij jongens meestal plaats? |
|
Definition
| Testikels en balzak -> schaamhaar -> penis -> spiermassa |
|
|
Term
| Waarom is de volgorde van de ontwikkelingen bij meisjes minder vast? |
|
Definition
| Omdat de ontwikkelingen door 2 HP-assen worden gecontroleerd lopen ze meer door elkaar heen. |
|
|
Term
| Welke 4 factoren spelen mogelijk een rol bij het steeds eerder optreden van lichamelijke rijping? |
|
Definition
Omgevingsfactoren: veranderingen lichamelijke gezondheid, voeding, chemicaliën die het endocriene systeem verstoren.
Psychosociale of omgevingsstress: slechte gezinsomstandigheden, afwezigheid van een vader op jonge leeftijd, minder warmte in tweeoudergezinnen, veel conflicten in de moeder-dochterrelatie. |
|
|
Term
| Leg de life history theory uit. |
|
Definition
| De mens is van oudsher gevoelig voor bepaalde kenmerken van heel vroege omgevingen. Verschillen in die vroege omgevingen bij kinderen lijken te kunnen leiden tot verschillen in reproductieve strategieën. |
|
|
Term
| Waar verwijst de status van de lichamelijke ontwikkeling naar? |
|
Definition
| Het niveau van de lichamelijke rijping en ontwikkeling van de jongere (meestal aangegeven door 1 van de 5 stadia in het Tanner-schema). |
|
|
Term
| Wat geeft de timing van de lichamelijke ontwikkeling weer? |
|
Definition
| In hoeverre de rijping en de lichamelijke ontwikkeling eerder, op hetzelfde moment, of later plaatsvindt dan bij leeftijdgenoten van dezelfde sekse. |
|
|
Term
| Speelt de timing van de menarche een rol bij gedragsproblemen? |
|
Definition
| Ja, bij meisjes die vóór hun 12de ongesteld worden meer kans op gedragsproblemen. |
|
|
Term
| Hoe hangt depressie bij jongens en meisjes samen met puberteit? |
|
Definition
Bij jongens: begin puberteit meer depressie, verdwijnt weer.
Bij meisjes: timing en status puberteit hebben sterker effect op depressie, verdwijnt minder snel dan bij jongens. |
|
|
Term
| Noem 4 ontwikkelingen bij jongens en meisjes die samenhangen met de Tanner-stadia. |
|
Definition
| Meer vermoeidheid, geïrriteerdheid, regelovertredend gedrag en drugsgebruik. |
|
|
Term
| Noem 3 kenmerken die bij meisjes samenhangen met Tanner-stadium. |
|
Definition
| Toename sociale onzekerheid, depressieve stemming en zorgen. |
|
|
Term
| Is het verband tussen ontevredenheid met het lichaam, eetstoornissen en het stadium van lichamelijke ontwikkeling aangetoond? |
|
Definition
| Nee niet consistent aangetoond. |
|
|
Term
| Leidt de vordering van de lichamelijke ontwikkeling tot meer of minder tevredenheid over hun lichaam bij jongens? |
|
Definition
|
|
Term
| Hoe is de samenhang tussen vroegrijpe jongens en meisjes als het gaat om internaliserings- en externaliseringsproblemen? |
|
Definition
| Bij beide meer kans op deze problemen. Bij meisjes echter beter onderzoek, omdat de menarche duidelijker kan worden bepaald om vroegrijp vast te stellen dan de eerste zaadlozing (jongens praten daar liever niet over). |
|
|
Term
| Speelt de cultuur een rol bij de samenhang in ontevredenheid over hun lichaam en in hoeverre zij vroeg-, laat of middenrijp zijn? |
|
Definition
| Ja het speelt een grote rol. |
|
|
Term
| Hoe hangt vroegrijpheid en gewicht samen bij meisjes? Welke klachten m.b.t. lichaamsbeeld hebben vroegrijpe meisjes vaker? |
|
Definition
Hebben vaker overgewicht. Vaker ontevreden met hun lichaam, laag lichamelijk zelfbeeld, meer bezig met diëten. |
|
|
Term
| Speelt vroegrijping een rol bij eerder beginnen met middelengebruik? |
|
Definition
Ja. Vroegrijpe meisjes lopen groter risico op gebruik en zijn zwaardere gebruikers tijdens adolescentie en jongvolwassenheid.
Late rijping is juist een voorspeller van abstinentie. |
|
|
Term
| Kunnen de effecten van timing van de lichamelijke ontwikkeling op middelengebruik verklaard worden door emotionele stress of depressieve symptomen? |
|
Definition
|
|
Term
| Hebben vroegrijpe jongens meer kans op de diagnose middelenmisbruik? |
|
Definition
|
|
Term
| Hebben vroegrijpe meisjes meer risico op externaliserende problematiek? |
|
Definition
| Ja zowel tijdens de adolescentie als tijdens de volwassenheid. |
|
|
Term
| Wordt er een link gelegd tussen vroege timing van lichamelijke veranderingen en externaliserende problemen bij jongens? |
|
Definition
|
|
Term
| Heeft vroegrijpheid bij meisjes effect op schoolprestaties? |
|
Definition
|
|
Term
| Hoe hangt timing van lichamelijke veranderingen bij jongens samen met schoolprestaties? |
|
Definition
| Laatrijpe jongens hebben juist vaker problemen hierin dan vroegrijpe jongens. |
|
|
Term
| Is de samenhang tussen timing van lichamelijke ontwikkeling en probleemgerag duidelijk? |
|
Definition
| Nee, de samenhang wordt niet altijd duidelijk gevonden. |
|
|
Term
| Noem de 6 hypothesen die verklaringen kunnen zijn voor de invloed van de lichamelijke ontwikkeling op het functioneren. |
|
Definition
- De hypothese van de stressvolle verandering - De hypothese van de hormooninvloeden - De hypothese van de afwijkende timing - De contextuele versterkingshypothese - De accentueringshypothese - De rijpingsdichtheidhypothese |
|
|
Term
| Welke contextuele factoren zorgen voor meer problemen bij vroegrijpe adolescenten? |
|
Definition
| Deviante peers, harde opvoeding en achtergestelde gezinnen. |
|
|
Term
| Wat stelt de accentueringshypothese? |
|
Definition
| Dat veeleisende transities in het leven, die gepaard gaan met nieuwsgierigheid, ambiguïteit en onzekerheid (zoals een vroege puberteit) bestaande verschillen tussen mensen juist uitvergroten i.p.v. verminderen. Vroegrijpe jongeren die voor hun puberteit al problemen vertoonden hebben meer problemen tijdens de adolescentie vanwege dit fenomeen die inspeelt op hun persoonlijkheid. |
|
|
Term
| Wat is er gevonden in onderzoek naar rijpingsdichtheidhypothese? |
|
Definition
| Als de rijping snel op elkaar volgt bij jongens dan leidt di tot achteruitgang in de kwaliteit van peer relaties en dit zou een depressie bij hen kunnen verklaren. |
|
|
Term
| Noem de 2 belangrijkste oorzaken van vroegtijdige puberteit bij meisjes. |
|
Definition
|
|
Term
| Welke 3 hormonen zetten de groeischijven aan de uiteinden van de botten aan tot lengtegroei? |
|
Definition
| Groeihormoon, schildklierhormoon en geslachtshormonen. |
|
|
Term
| Welke 3 factoren hebben vooral invloed op de lengtegroei vóór de geboorte tot 6 maanden? |
|
Definition
| Voeding, insuline en insuline-achtige groeifactoren. |
|
|
Term
| Welke 2 factoren hebben vooral invloed op de lengtegroei vanaf 6 maanden tot aan de puberteit? |
|
Definition
| Groeihormoonsecretie en genetische factoren(ouderlengte). |
|
|
Term
| Wat veroorzaakt de groeispurt tijdens de puberteit? |
|
Definition
|
|
Term
| Op welke leeftijd bereikt de groeisnelheid zijn hoogtepunt bij jongens en bij meisjes? |
|
Definition
Jongens: 13-14j Meisjes: 12-13j |
|
|
Term
| Hebben kinderen die vroeg in de puberteit komen over het algemeen een grotere of kleinere eindlengte? |
|
Definition
|
|
Term
| Op welke leeftijd zijn de groeischijven dichtgegroeid en is lengtegroei niet meer mogelijk? |
|
Definition
|
|